Het groot avonturenblog van Vrouwtje Bee


Een reactie plaatsen

Bekentenissen van een moeder

Zo ik iets ben, ben ik een moeder. Een vrije invulling van mij van de beroemde woorden van Louis Couperus.

Het moederschap is iets wat al bijna 20 jaar een onderdeel is van mijn bestaan en vooral ook van mij. Als ik moet opsommen wie ik ben staat ” moeder” toch wel op plaats twee of drie van mijn lijst. Het is ook niet niks dat moederschap. Het begint al met de eerste bewegingen die je voelt in je buik en daarna het kleine zachte wonderlijke bundeltje in je armen wat je eigenlijk nooit meer los wilt laten. Je ervaart door de jaren heen dat het  moeder-zijn geen stukje van je zijn onberoerd laat. Dat er echt iemand is waar je bijna meer van houdt dan van jezelf. En dat is heel bijzonder.

Maar goed, dat schattige, lieve kereltje met zijn intens blauwe kijkers die leefde in een wereld vol prachtige avonturen met veel ridders, te redden jonkvrouwen en een eindeloze fantasie, is inmiddels een man van bijna 20. Twee meter lang, nog steeds prachtige blauwe ogen, een bos met krullen en een baard, want je bent hip of niet. Hij woont op zichzelf en moet dit jaar eindexamen gymnasium doen. Hij is soms wat brak, ruikt regelmatig naar natte hond en roept niet meer dat overweldigende moedergevoel op van vasthouden, knuffelen en niet meer loslaten. Daarnaast heb ik uit het huwelijk met mijn mijnheer Bee er ook een (stief)dochter bij. Vroeger een klein meisje met groene ogen en vol brutale plannen. Een klein dametje die je met haar verhaaltjes meenam naar een geweldig kleurrijke wereld waar zij de koningin was. Maar ook zij is het stadium van knuffelbaar gepasseerd. Ze is nog steeds niet echt groot maar daar heb je hakken voor en heeft ze nog steeds genoeg brutale plannen. Zo is ze naar Londen vertrokken naar haar grote liefde, Puss in boots zoals wij hem gekscherend noemen omdat hij uit Guatemala komt, haar latin lover.

Als je op het punt in je ouderschap belandt waar ik nu ben zijn er regelmatig dagen waarop je je hardop afvraagt waarom je überhaupt aan kinderen bent begonnen. Ons jolige duo kan als geen ander je voor problemen stellen waarvan je denkt “Hoe verzin je dit? Zit er in dat hoofd van jou wel iets dat wel werkt?” Het zijn grote-mensen-problemen waar ze mee komen. En dat is ook niet zo gek want het zijn tenslotte grote mensen, ze zijn volwassen. Maar het rare van moederschap is dat dat iets is wat lastig te accepteren is. Je kind komt met een probleem en het lijkt haast automatisch te gaan maar je moedermodus zet direct het knopje “bescherm-en-redt” aan. En dat is niet handig. Want dit zijn juist problemen waarbij je niet “bescherm-en-redt” maar “laat-los-en-pak-eventueel-later-op” moet doen. Kleine interne moedercrisis hier.

Gelukkig heb ik mijn eigen moeder nog. Ik bel haar als een van mijn koters me in staat van paniek heeft gebracht met hun maffe ideeën of grootse problemen. En mijn moeder luistert vooral, ze luistert heel veel en zegt dan bijna altijd de wijze woorden : “Nou ja, jij was ook niet echt makkelijk op die leeftijd”. En op dat moment gaat er een luikje open in mijn hoofd en komen ze terug, die momenten van vroeger, die onnozele en stomme dingen die ik heb gedaan en eigenlijk liever vergeet. Maar het zijn wel die dingen die me gemaakt hebben wie ik nu ben. Mijn groots vallen en lastig weer opstaan momenten. De herinnering aan hoe ik me echt door niemand niet liet vertellen dat de wereld anders in elkaar kon zitten dan dit vrouwtje Bee in haar hoofd had. En als die flashbacks door mijn hoofd schieten kan ik afstand nemen van mijn eigen kinderen. Want dan weet ik dat ze best heel verstandig zijn, alleen nu even niet. En dat uiteindelijk alles wel op zijn plek komt maar dat ze dat met hun eigen grootsheid van leven moeten opbouwen.

Ik kan niet wachten tot ze minder vallen en meer opstaan. En ik geniet van de momenten dat er even geen lastige zaken zijn en ze me toch vastpakken voor een iet wat onhandige knuffel. Zo ik iets ben, ben ik een moeder. Het zal altijd zo zijn.

 

 


1 reactie

Kermis

In de kleine, veilige cocon van mijn thuis, van mijn wereld, is het kermis.

Nu moet je weten dat ik niet echt een kermistype ben. Ik ben geen daredevil voor grootse attracties met enorme hoogten. Ik hou niet van die man die onverwacht in het spookhuis die kille rubber hand in je nek legt en ik vind suikerspin te zoet en vooral te plakkerig.

Een kermis in mijn eigen wereldje ervaar dus ook niet echt als een pretje. Nu is deze kermis al best een tijdje aan de gang, met dank aan mijn hormoonkuur. Mijn verstoorde hormoonhuishouding heeft de touwtjes van deze superkermis strak in handen. De attracties zijn zo heftig dat het zweet je uitbreekt. En als ze besluiten de remmen los te gooien en mijn evil me de vrije loop te gunnen dan is het engste spookhuis dat je kunt bedenken een pretje vergeleken hierbij.

ik heb er al vaker over geschreven in mijn blogs, over het leven en overleven mijn hormonen. De strijd tegen kanker die onverwacht langer en heftiger is dan dat ik me ooit had kunnen voorstellen. Wordt het dan niet eens tijd om die kermis gewoon die kermis te laten en door te gaan met leven? Wordt je niet een enorme klaagpaal vrouwtje Bee, jij en je never ending story?

Ik ben van mening van niet. Voor mij is het sowieso dat schrijven helpt, verzacht en nuanceert. Daarnaast probeer ik naar de grote buitenwereld zo min mogelijk te laten merken van de dodenritjes op mijn kermisterrein. Natuurlijk klaag ik wel wat over mijn opvliegers, mijn korte lontje en mijn andere oude vrouwen kwaaltjes maar toch altijd vluchtig en vooral niet teveel laten zien wat het met mij doet van binnen.

Maar ik merk ook dat omdat ik geen inzicht geef op hoe bloedstollend mijn attracties soms zijn op die kermis van mij, de mensen om mijn heen niet altijd kunnen begrijpen dat je er af en toe helemaal klaar mee bent. Dat er in dit vrouwtje een enorm donkere pessimist zit die het nut van al deze toestanden niet meer wil zien. Dat ze niets liever zou willen dan gewoon eens een week of vakantie te nemen van dat hele kermisgebeuren. Maar ook dat het verdriet over de heftigheid van dit verhaal zo groot is dat er open over praten te lastig is. Los van het feit dat dank zij mijn hormonen ik een enorm goede, hartverscheurende jankerd ben. Dat stuk van mijzelf laten zien voelt als zwakte, alsof je opgeeft. En dat kan natuurlijk niet.

Papier, of in dit geval de digitale variant, mijn blogje, is geduldig. Dit stukje neerschrijven kan ik prima huilend doen, tussendoor kledingstukken aan- en uittrekkend vanwege de opvliegers. En al schrijvend kunnen al die moeilijke gedachten en angsten gewoon vrij in mijn hoofd bewegen. Niemand om me voor groot te houden, beleefdheid en fatsoen even niet nodig. En daarom dus nog een blog over de strijd en de soms haast ontilbare zwaarheid van het leven.

Mijn man is een van de weinigen die mij ziet zoals ik soms gewoon ben, moe gevochten en hopeloos zoekend naar dat ene zonnestraaltje wat helpt om weer door te gaan. Mijn man is een heel wijze man. Hij weet namelijk maar al te goed dat dit niet voor altijd is, dat de kermis in het leven van zijn vrouwtje Bee binnenkort vertrekken gaat. Hij weet ook als geen ander het gordijn ietsje verder open te schuiven om mij te laten zien dat daar buiten heus die zon schijnt. Hij ziet mijn hormoonkuur als een topprestatie van olympisch niveau en steekt zijn respect en bewondering daarvoor niet onder stoelen of banken. Ik vind dat heel bijzonder en het maakt dat ik alleen nog maar meer van hem hou dan dat ik al deed.

Wat is de moraal van dit verhaal? De strijd tegen kanker, een hormoonkuur, het zijn enorm heftige zaken. Maar weet dat als ik me stil hou en verschrikkelijk enge en heftige ritjes maak op de kermis die in mijn wereld staat, ik nog steeds vecht. En dat ik dat het beste alleen doe. En dat op de dagen dat kermis alleen de draaimolen en de poffertjeskraam heeft, ik naar buiten stap en geniet wat ik genieten kan.


2 reacties

Het stoerste meisje dat ik ken

Het begon met een ingetrokken tepel en een hard stuk in mijn borst. Eén foto later werd mijn grootste angst realiteit : Borstkanker. Een tumor van 8 cm, een woeste achtbaan van emoties, de vraag of ik mijn borst zou kunnen behouden, angst en onzekerheid.

Terugkijkend op die periode verbaast het me dat ik banger was om met één borst te moeten leven dan om dood te gaan. Mijn soms wat naïeve positieve kijk op het leven heeft mij denk ik ook de mogelijkheid gegeven om doodgaan niet in het grote angstenpakket op te nemen.

Borstkanker dus…Een deel van mijn angsten waren terecht. Het was eng om zo ziek te zijn en de onzekerheid of de behandelingen zouden aanslaan was groot. Ik heb chemokuren gehad, mijn haar viel uit, er volgde een operatie en bestralingen. Ik ben echt heel ziek geweest maar zoals mijn chirurg het zo mooi verwoordde : De natuur is mild geweest voor mij. Ik heb mijn borst nog en ze is mooier dan ooit. En alle kwade cellen hebben ze weg kunnen halen. Ik heb heel veel geluk gehad realiseer ik me. In het proces van de behandelingen zie je dat niet. Je doet maar één ding : Overleven. Mensen om me heen hebben me geprezen voor mijn kracht en mijn moed. Maar eigenlijk is overleven het makkelijkste. Het wordt pas moeilijk als je weer moet gaan leven. Want dan blijkt dat bijna niets meer is wat het was.

Je had, voor de kanker, je leven aardig op orde. Je had het opgebouwd als een pracht van een kasteel waar slechts een aantal details aan ontbraken. Klaar met de kanker sta je tussen de rokende puinhopen van wat ooit was jouw kasteel, jouw leven. Waar moet je beginnen? Wil je weer een zelfde soort kasteel of wordt het totaal iets anders?

Het heeft tijd nodig om te accepteren dat de puinhopen van je oude leven geen ballast zijn maar juist nieuwe kansen. Door te hebben moeten knokken voor wat je waard was en te hebben moeten vechten voor je leven, wordt duidelijk wat je wilt en vooral ook wat je niet wilt. Er zijn relaties die je laat liggen bij het puin. En voor andere wil je een apart torentje bouwen omdat ze je zo dierbaar zijn en echt iets toevoegen aan je leven. Je kijkt kritischer naar de wereld om je heen. Hoewel je in dit proces een stuk van je onbezorgdheid verliest, krijg je er waardering voor het kleine geluk voor terug. Je leert dat je bang kunt zijn maar dat je ook dapper en sterk  genoeg bent om je angsten onder ogen te komen.

Overleven in je leven geeft je de capaciteit om beter en bewuster te kiezen. Om te ontdekken dat je veel meer kunt dan dat je altijd dacht. Je ontdekt nieuwe talenten in jezelf en je geeft je zelf de ruimte om deze te ontwikkelen en om er van te genieten. Ik heb mezelf opnieuw leren kennen en durf te zeggen dat ik het stoerste meisje ben wat ik ken. Ik bouw een nieuw kasteel, prachtig mooi, een leven om nooit te vergeten. Iedere dag weer een steentje erbij. Ik leef.


Een reactie plaatsen

In het luchtledige

Eerst dacht ik dat het met een bezoek aan de keuringsarts en de arbeidsdeskundige van het UWV het wel rustiger zou worden in mijn hoofd.
Niet.
Toen dacht ik dat als ik de beslissing zou hebben zwart op wit, de brief waarin staat dat ik voorlopig niet kan werken, dat het dan wel rustig zou worden in mijn hoofd.
Tweemaal niet.
Ik ben gaan zitten tussen de puinhopen van gedachten en heb geprobeerd te begrijpen waarom er geen rust komt.
Tuurlijk, mijn moeder die in april opeens slokdarmkanker bleek te hebben en daar behandelingen voor moest ondergaan. Met als hoogtepunt een zware operatie vorige week waarbij haar slokdarm en een groot gedeelte van haar maag zijn verwijderd. Dat hakt er natuurlijk wel in. En werkt niet echt mee aan rust.
Mijn zoon die op kamers gaat, dat brengt ook behoorlijk veel onrust met zich mee. En mijn dochter die thuiskomt met een vriend van 36, uit Guatemala of all places, da’s ook niet helemaal zorgeloos. En dan niet te vergeten de werkgever die je bijna vergeet te ontslaan en waarbij je zo op je hoede moet zijn dat de zaken goed afgehandeld worden.
Het hangt als een steen om mijn hals en het creëert een enorme chaos in mijn hoofd.
Maar toen wist ik het opeens, dat gevoel van mij, dat leven in het luchtledige,die chaos, dat zoeken naar rust, da’s niets anders dan afscheid nemen van en loslaten.
De situatie met mijn moeder is gelukkig dusdanig verbeterd dat zij morgen uit het ziekenhuis mag en dat is geweldig nieuws, dat kan ik nu wel loslaten.
Maar die andere dingen…..lastig.
Dus ik heb besloten het tijd te geven.
En niet te streng te zijn voor mezelf.
En vooral ieder dag te nemen zoals deze komt, wetend dat ergens, ooit, in de nabije toekomst ik weer de bodem voel. En weer op kan staan en kan bouwen aan toekomst.
Zou ik dan eindelijk echt groot worden? Niet meer meisje Bee maar een echt vrouwtje, met wijsheid enzo?
Ik merk het wel, voorlopig ga ik wachten tot de stormen zijn uitgeraasd *voor de zekerheid zuidwestertje aantrekt*


2 reacties

Het scherm

In oktober is het 5 jaar geleden dat ik formeel “JA”zei tegen mijn lief, mijn mijnheer Bee. We kenden elkaar op die dag precies 7 jaar en het leek ons een mooi moment om onze relatie ook vast te leggen voor de wet.

Nu zijn wij, mijnheer Bee en ik, soms wat afwijkend van de rest van de mensen. Zo zijn we niet getrouwd maar hebben we een geregistreerd partnerschap zodat we later als we groot zijn nog eens kunnen trouwen. De registratie van ons partnerschap vond niet plaats in een mooie trouwzaal waar ik in een witte prinsessenjurk naar binnen schreed. Er was  geen grote huwelijkstaart, geen receptie, geen lopend buffet aansluitend met feest met band en waren er niet veel mensen.

Mijnheer Bee en ik hebben een grote suite gehuurd in het Kurhaus en zijn gepartnerd in het bijzijn van slechts onze beste vrienden. We zaten rond een tafel met heerlijk glas bubbels in de hand, en onze vrienden vertelden mooie verhalen aan ons over vriendschap en over de liefde tussen mijnheer Bee en mij. Rond borreluur hief de ambtenaar zijn glas en verrichte het officiële gedeelte . We zeiden ja kijkend naar elkaar, omringd door onze beste vrienden met een ruisende de zee op de achtergrond. Op een blauwe huwelijkstaart na ( die komt nog wel een keer op onze grote mensenhuwelijk) was het perfect. Als afsluiting zijn we gaan eten in restaurant “Le Cirque” waar mijnheer Kranenborg toen nog kookte. Beneden in de keuken heeft hij die avond veel gedeeld over zijn passie voor eten en drinken en voor ons al zijn klassiekers gekookt. Het zal duidelijk zijn dat dit orgastronomische onderdeel iets is geweest wat we nooit meer zullen vergeten.

Mijnheer Bee en vrouwtje Bee

Maar goed, dat is inmiddels 5 jaar geleden en is dit slechts een inleiding voor waar het in dit blog om draait :  Het scherm.

Voor ons partnerschap heb ik, om de suite in het Kurhaus een kleine persoonlijke touch te geven, een kamerscherm gemaakt. Een scherm vol met foto’s van 7 jaar Marc en Marinella. Nadat wij terugkwamen van onze geregistreerdpartnerschapreis heb ik dat scherm thuis in de woonkamer gezet gewoon omdat het kijken naar al die foto’s van onze gelukkige momenten ons erg blij maakte.

De laatste maanden is de bijdschap van het scherm iets afgenomen. Niet dat we niet meer herinnerd wilden worden aan die fijne momenten maar er was ondertussen gewoon teveel gebeurd. Vooral mijn borstkanker heeft heel veel invloed gehad op ons leven. Lang heeft mijnheer Bee getwijfeld of ik wel zou blijven leven. En ik vecht nog dagelijks mijn stijdje tegen de bijwerkingen van de hormoonkuur. Het werd soms een beetje een mijmerscherm, ach, die goede oude tijd… Bovendien waren we inmiddels 5 jaar verder.

Vorige week heb ik het besluit genomen om de achterkant van het scherm te verven en er nieuwe foto’s op te plakken. Foto’s van 5 jaar formeel samen zijn, foto’s van de grote strijd die we samen geleverd hebben, foto’s van heel veel blij en foto’s van massa’s mooie herinneringen die we iedere keer weer weten te creëren. Het is een ander scherm dan scherm van 5 jaar geleden een waar nog onbevangenheid terug te vinden is, maar daarmee is het niet minder mooi. Van dit scherm spat de kracht en de liefde af. En als we nu een stil uurtje hebben waarin we het even niet meer weten dan staat er nu dit mooie scherm. Vol hoop, vol verwachting, vol blij, vol toekomst en vooral vol liefde.

Ons nieuwe scherm


1 reactie

Eerlijk en oprecht

De brief ligt nog niet op de mat maar de gesprekken zijn al wel gevoerd.
Confronterende gesprekken, gesprekken waar ik me opvliegend en huilend doorheen heb gewerkt. Het waren goede gesprekken met vriendelijke mensen en voor het eerst sinds lange tijd kreeg ik het gevoel dat iemand begreep dat mijn leven nu allesbehalve een Puncia oase is.
In mijn hoofd is dat best lastig die gedachte, dat ik ziek ben want ik zie er namelijk niet ziek uit. En als ik met je afspreek zal dat altijd op een dag zijn dat ik me goed voel. En ja, ik heb een schat van een man die hemel en aarde beweegt om zoveel mogelijk geluk en feest in mijn leven te brengen. Dat zijn dan ook de dingen waar ik graag over vertel. En het feit dat ik ziek ben wil niet zeggen dat mijn gevoel voor humor ook ziek is. Ik ben nog steeds dàt meisje dat graag plezier maakt, grapt en grolt en enorm kan genieten van leven.
Dat meisje laat ik graag aan andere mensen zien en doe mijn ziek zijn af met dat ik wat last heb van overgangsklachten. De meesten, vooral vrouwen, knikken dan en begrijpen  waar ik mee worstel, denken ze. Want ik vertel er natuurlijk niet bij dat ik tussen de 30 tot 50 opvliegers per dag heb en dat er nauwelijks een nacht is waarin ik niet een aantal maar drijfnat van het zweet zit te puffen op de rand van mijn bed. Of dat ik een kleine evil me in me heb die op de meest onverwachte momenten haar kop op steekt om een enorm ongenuanceerde sneer uit te delen. Of dat ik leef met een geheugen dat bestaat uit meldingen in mijn telefoon en opgeplakte briefjes door het hele huis heen. Of dat ik soms dagen alleen maar kan huilen zonder te weten waarom.
Ik vertel dat niet omdat dat nu juist iets is wat mij ongelukkig maakt en waarmee je ieder leuk gesprek gelijk transformeert tot een lastige conversatie.
Natuurlijk zijn er mensen die heel goed weten hoe dit vrouwtje worstelt, en hoe ze zo haar best doet om haar koppie boven water te houden. Mijn vriendinnen, voor hen geen geheimen, en ze zijn me dierbaar. Want, ondanks dat ze best vaak mij ach en wee moeten aanhoren, kloppen ze toch ook iedere keer weer bij me aan. Soms voor heel veel leuk en fijn eten met wijn en soms ook voor mijn mening, mijn advies. Ik ben daar zo blij mee, want het maakt dat ik er toch nog een beetje bij hoor.
Maar goed, de gesprekken bij het UWV en vooral de uitkomst ervan.
Ik kan niet werken nu. Dat is wat mijn status is.
Lastig is dat want ik wil zo graag. Nee, niet bij mijn huidige werkgever, daarvoor is er teveel gebeurd, maar werken, ja graag! Ik ben een slimme meid van 44 en ik hoor niet zo te leven als dat het nu gaat.
Het slikken van mijn hormoonpil van de kuur voelt als strop om mijn nek. Soms moet ik heel hard huilen voor alles wat ik inlever om hopelijk nooit meer kanker te krijgen. De hormoonkuur voelt als een extra straf voor iets waarvan ik niet eens weet wat ik nu precies verkeerd heb gedaan.
Maar ik vind dat ik geen keus heb en slik dus trouw iedere avond mijn pil en haal om de 3 maanden mijn injectie.
Mijn lief noemt me dapper en brengt het iedere keer weer op mij te laten zien dat ik met kleine stapjes wel degelijk vooruit ga. En hij is trots op me, op mijn kracht, op dat ik schilder en schrijf, op dat ik hem nog steeds schuddebuikend kan laten lachen en zoveel meer. Een uniek mens mijn man, buitencategorie in alle opzichten en groots in zoveel dingen. Hij is mijn haven, mijn liefde en mijn alles.

En hij is ook degene die me heeft doen inzien dat afgekeurd worden voor werk niet erg is. Sterker nog, nu ik straks die brief op mijn mat heb liggen en mijn werkgever een ontslagvergunning kan aanvragen ben ik van een hoop ellende verlost. Hoef ik niet meer om de 6 weken naar de arboarts om weer uit te leggen welke klachten ik nu precies heb en hoef ik ook nooit meer plichtmatig met mijn leidinggevende aan de telefoon te zitten om te praten over hoe het nu toch gaat. Een berg met confrontaties verdwijnt uit mijn leven en met deze afkeuring krijg ik vrijheid.

Vrijheid en tijd om te accepteren dat mijn leven is wat het is. Om uit te vinden wat ik kan en om mijn balans te vinden. Het is een kostbaar goed, ik ben erg dankbaar dat we leven in een land waar er deze sociale zekerheid bestaat.  En wat me hoop geeft is dat ik tijdelijk afgekeurd ben. Over een jaar zal ik weer gekeurd worden en misschien gaat het dan wel zoveel beter dat ik wat kan werken en misschien ook niet. Maar ik ben in ieder geval niet afgeschreven en dat doet me heel veel goed. Voorlopig afgekeurd betekent voor mij dat ik gewoon nog mee mag doen met de rest en dat vind ik heel fijn.


1 reactie

Vlieg eens op jij!

Bij het laatste bezoek aan mijn oncoloog vertelde hij mij dat hij een anesthesioloog had gesproken die mogelijk een oplossing zou hebben voor mijn opvliegers. Hij heeft mij het adres gegeven en ik heb een afspraak gemaakt.
Vorige week ben ik bij deze beste man geweest voor dé prik. Een prik in een zenuwknoop in mijn hals die mij mogelijk zou verlossen van mijn opvliegers.
Mogelijk…want bij de helft van de vrouwen slaat deze behandeling aan en bij de andere helft niet. Je beschadigt met deze behandeling ook niets dus ja, het was zeker het proberen waard.
Nu een ruim een week verder heb ik een zeer donkerbruin vermoeden dat dé prik bij mij niet werkt.
Dat is jammer want zonder mijn opvliegers was ik echt wel een stuk gelukkiger geweest, of ik had me in ieder geval veel beter in mijn velletje gevoeld.
Inmiddels zit ik in Frankrijk voor twee heerlijke weken vakantie en merk ik dat ik wel minder last heb van “oei, oei, oei wat heb ik het warm, ik wil het liefste al mijn kleren uittrekken en in het vriesvak kruipen”.
Dan slaat de twijfel weer toe, misschien gaat dé prik toch nog werken of misschien is het gewoon het feit dat ik hier heel relaxed ben dat ik me ook minder opvliegerig gedraag.
De spuitendokter heeft het niet gehad over vrouwen die minder last kregen maar wellicht ben ik wel een uitzondering op de regel.
Ik spreek de beste man weer over een week of 3, ik denk dat ik tegen die tijd ook wel weer of ik een licht opvliegend tiepje ben geworden of nog steeds een keer 30 per dag een lichamelijk thermostaatprobleem heb.

Vrouwtje Bee, hittepetitje de versie 1.0 of de 5.8 turbo diesel, ik ben benieuwd.


3 reacties

De spuit

Afgelopen dinsdag mijn 3 maandelijkse hormooninjectie gehaald bij de huisarts.
Nu zijn deze prikken nooit een feestje, de injectiespuiten zijn vrij dik omdat er een capsule met spullie in je buik gespoten wordt en die capsule moet natuurlijk wel door de naald heen passen.
Een minder prikje dus om te krijgen, maar goed, het is nodig.
Deze keer moest ik naast mijn hormoonshot ook een uitstrijkje laten maken van mijn baarmoeder voor het bevolkingsonderzoek waar je eens in de zoveel jaar voor wordt opgeroepen.
Nu is zo’n uitstrijkje laten maken ook niet echt een gezellig onderzoek maar ik heb er echt nooit problemen mee gehad.
Tot afgelopen dinsdag dus….

Allereerst heeft mijn huisarts geen kek gynaecologenbankje waarbij je zo charmant met je benen in de beugels kan hangen maar een wankel niet al te groot uitklaptafeltje waarop je mag gaan liggen.
Het lukt het beste als je je ontspant zegt de brave man tegen mij. Ontspannen op een bankje waar je al je uiterste best moet doen om er überhaupt op te blijven liggen, het is een dingetje.
Hij pakte zijn spullen voor het uitstrijkje en ging van start. Ik had al wel gelezen in diverse boeken dat je last kunt hebben van een droge vagina vanwege de overgang maar heb me nooit gerealiseerd dat het dus niet alleen je vagina is die droog is maar ook je baarmoedermond en verder.
En ondanks het gebruik van een halve tube glijmiddel deed het zoveel zeer dat hij het na 3 pogingen opgaf met de mededeling, ik heb maar wat geroerd, laten we hopen dat het genoeg is.
Tijdens zijn gepiel met het wattenstaafje en die pijn die ik daarvan had, sloeg mij lijf volledig op tilt met als gevolg dat ik drijvend in het zweet mijn opvliegers al huilend wegpufte.
Toen ie klaar was wist ik niet hoe snel ik weg moest komen.

Met een knalrood hoofd en betraande wangen stormde ik de deur uit om buiten tot de ontdekking te komen dat potverdomme ook nog eens op de fiets was. Helemaal vergeten door al dat gedoe.Tranen biggelden alweer over mijn wangen want ik had een brandend kruis alsof ik 14 dagen non-stop ponyrijden in Slagharen had gedaan en ik moest nu nog leuk 10 minuten naar huis fietsen. Uiteraard regende het, de hele weg en hield het op op het moment dat ik voor mijn deur van mijn fiets viel.

Thuisgekomen heb ik mijn jas uitgetrokken en ben neergeploft, niet zonder eerst te ontdekken dat ik bij de haast met het aankleden, een stuk van het papier wat op de onderzoeksbank lag in mijn broek had gestopt.
Het zal een bijzonder hilarisch gezicht geweest zijn mijn vertrek uit de praktijk.
Ik met mijn roder dan rode hoofd, zwetend en half huilend, met enorm stuk tissuepapier hangend uit mijn broek en in verwarring ook nog tot tweemaal toe de verkeerde deur kiezend om naar buiten te gaan. Vrouwtje Bee in de bocht.
Het heeft me wel doen besluiten dit soort avonturen niet meer alleen te doen, het is toch slimmer om iemand mee te nemen, al is het alleen voor het checken van ongewenst hangend tissuepapier..


5 reacties

Groots en meeslepend

Groots en meeslepend, het is me op het lijf geschreven.

Mijn leven hangt aan elkaar van grootse en meeslepende momenten en avonturen. Momenteel ben ik nog druk vooral groots en hier en daar wat meeslepend om te gaan met het leven na de kanker.

Ik moet zeggen dat ik het stukken beter gaat met me dan een tijdje terug. Niet dat de klachten van mijn hormoonkuur zijn afgenomen, het is meer dat je er mee leert omgaan. En natuurlijk is er wel de frustratie dat ik zoveel vergeet en de concentratie heb van een kleuter, maar er zijn ook wel dagen dat ik het erg goed doe.

Herstel en balans heb ik inmiddels afgesloten en ben verder gegaan met sporten in de sportschool en één keer in de week praten met de therapeut om te kijken hoe ik omga met mijn “nieuwe” leven. Ik ga nog steeds met kleine stapjes vooruit en ik leef al in een wereld met minder plakbaar geheugen ( post-its).

Klinkt mij nog steeds een soort van zen cq. zweverig in de oren maar ik geloof dat acceptatie van het leven als het nu is, het beste is wat je kunt doen. Voor mij is het in ieder geval wel één van de moeilijkste dingen die ik ooit heb moeten doen, vooral omdat ik niet zo’n heel geduldig tiepje ben. Mijn schilderlessen zijn wat dat betreft de ultieme uitdaging want als je ergens geduldig voor moet zijn dan is het wel schilderen. En dan te weten dat ik deze schildercursus begonnen ben aan een heel groot schilderij ( 80cm x 1m) en ook nog in perspectief en olieverf…over groots en meeslepend gesproken.

Kortom, het leven gaat gewoon door, ook na je kanker en met je hormoonkuur. Hoewel ik de vraag “Hoe gaat het nu met je?” nog steeds een lastige vind om te beantwoorden. Maar ik heb er vertrouwen in dat als straks de lente aanbreekt ik daar zomaar een heel goed antwoord op zou kunnen hebben : groots en meeslepend 😉


11 reacties

Worstelen tot je boven komt

Zwetend en huilend lag ik in mijn bed vannacht. Vechtend tegen grote spoken.

Het is wel te verklaren, ik ben gestart met herstel en balans en daar komt een stuk verwerking ter sprake. Je gaat stap voor stap door het hele proces van de kanker nog een keer door. Alles wat je hebt meegemaakt wordt besproken, de foute film speelt al ruim 3 weken in mijn hoofd. Verwerking heet dat, iets waarvan ik dacht dat ik dat wel achter de rug had. Nou niet dus. Ik zit er volop in. Dat oktober borstkankermaand is helpt er ook niet echt bij, er is geen tv-programma, geen krant of tijdschrift dat er niet bij stil staat. Een goede zaak want er is nooit genoeg geld voor onderzoek en hoe geweldig zou het zijn als (borst)kanker net als een fikse griep gewoon te genezen zou zijn. Maar echt helpen bij mijn verwerking doet het op dit moment niet, het maakt het lastiger zoveel confrontatie.

Het zweten komt van mijn hormoonkuurtje. Ik noem het maar kuurtje omdat het dan minder erg lijkt. Maar 5 jaar lang een hormoonkuur voelt op dit moment als een veroordeling. Iedere bijwerking uit de bijsluiter heb ik, vaak in een extreme vorm, behalve dan vaginale droogheid. En dat is nu net de bijwerking die erg graag zou willen hebben in ruil voor bijvoorbeeld het nachtelijke zweten…Ik loop met mijn kuurtje en bijbehorende kwalen van specialist naar specialist, bijna smekend voor een oplossing het minder heftig te maken omdat het de kwaliteit van mijn leven zo beïnvloed. Maar ook de wijze heren hebben tot nu toe niet veel meer weten te brengen dan wat anti-depressiva die een beetje helpen tegen de opvliegers. Afgelopen donderdag had ik wederom een afspraak met een specialist de geen antwoord had behalve dan het idee dat als deze pillen mijn kwaliteit van leven zo beïnvloeden, waarom stop je er dan niet mee?

Stoppen met mijn hormoonkuur, de kuur waarvan de oncoloog zegt dat als ik deze gebruik ik een kans heb van 50% dat de kanker niet terugkomt, die kuur? In eerste instantie kun je alleen maar denken dat die andere specialist het niet helemaal begrepen heeft en natuurlijk stop je niet met de kuur, want de kanker is vele malen erger dan de kuur. Maar ja, de kuur duurt 5 jaar en er is niemand die mij kan vertellen of mijn komende 5  jaar eruit gaan zien als hoe het nu is. En natuurlijk leer je door te tijd wel omgaan met de bijwerkingen en stel je je leven bij maar is dat wat je wilt en hou je dat 5 jaar vol? Twijfel in mijn hoofd…

Als laatste is daar mijn woede en mijn frustratie dat ik niet kan zijn wie ik wil zijn. Die slimme, leuke vrouw van voor de kanker. Een vrouw die niet leefde in een huis vol post-its, die heel scherp kon analyseren, goed onderbouwde stukken kon schrijven, heel graag boeken las en ook in een rap tempo, zonder kwijt te raken waar het over ging. De vrouw die meerdere dingen tegelijk deed en heel lekker kon koken zonder daar een recept voor nodig te hebben omdat ze anders een ingrediënt zou vergeten. De vrouw die een moeilijk gesprek kon voeren en heel goed voor zichzelf kon opkomen zonder daar haar man voor nodig te hebben. Wellicht is deze vrouw van voor de kanker in mijn hoofd veranderd in een supervouw die nooit bestaan heeft. Toch blijft het feit dat mijn denken stuk is voor nu, dat ik moeite heb dingen te onthouden, dat concentratie echt een heel knap kunstje is wat ik maar voor een kleine periode kan en dat moeilijke gesprekken of alleen al de gedachte daaraan me overstuur maken. De vrouw van nu kan in ieder geval heel goed huilen, rond lopen als een kip zonder kop, met veel pijn en moeite een stukje in de krant lezen om daarna weer te vergeten waar het precies over ging en heel vage post-it papiertjes plakken door het hele huis waar geen hond een touw aan vast kan knopen, waaronder zijzelf.

Mijn lief ziet kleine stapjes vooruitgang, ik ben veel teveel aan het worstelen om die te zien. Ik hou me vast aan hem, mijn haven als ik mijn thuis niet meer kan vinden. Ik heb zoveel respect voor hem, hij deelt zijn leven met de huilende chaos en en dan toch zoveel geloven in mij en in wie ik ben. Hij weet zeker dat het allemaal goed komt. Misschien niet goed op de manier die ik voor ogen heb, maar wel goed op manier waar wij beiden gelukkig mee kunnen zijn. Bij hem is er geen twijfel dat hij zijn meisje terug krijgt, hij ziet haar namelijk nog steeds, dwars door die chaos heen.

En dat doe ik dus ook, in grootse momenten van chaos, luister ik naar hem, zoek en vind dat kleine stukje geloof in mezelf en ga door. Door met het zoeken naar een nieuwe invulling van mijn leven na de kanker en vooral door met zoeken naar stukjes van mezelf zodat ik over een tijdje mezelf weer kan opbouwen. Opbouwen tot een sterke, leuke en slimme vrouw. Ongetwijfeld heel ander exemplaar dan voor de kanker, dat kan ook niet anders, maar wel eentje die er staat en zichzelf ook staande weet te houden. Eentje die, met recht, heel trots is op zichzelf.

Ikke dus, vrouwtje Bee.